
Nooit heb ik mij voor de politiek in mijn land geschaamd. En ik heb wat kneuzen en hansworsten voorbij zien komen. Ik geloof dat het Balkenende was die dacht: “Hee, een skateboard. Daar kan ik wel even op wegzoeven…’’ En boemsieboem! Daar lag de minister-president op z’n kont. Z’n bril bungelde in de bomen.
Zulke types.
Maar nu hebben we andere politici.
Zijn ze dom? Dat vind ik altijd goedkoop om te beweren; de meesten hebben meer opleiding genoten dan ik. En in wezen vind ik dat juist mensen zonder een hoogwaardig diploma in de Tweede Kamer moeten kunnen zitten. Hebben die een tekort aan kennis? Dan moeten ze geholpen worden door ambtenaren die die kennis wel hebben. Het gaat ten slotte om het stellen van de juiste vragen.
“Ik wil dat de rotzooi in mijn stad wordt opgeruimd. Waarom gebeurt dat niet, ambtenaar?’’ Geen moeilijk verzoek. En als het antwoord is: “Er is te weinig personeel?’’ Dan kan je vragen: “En hoe komt dat?’’ Ik bedoel maar: geen moeilijke eisen waar je een diploma voor nodig hebt. Eventueel huur je een partij hoogleraren in die je vertrouwt.
Maar tegenwoordig zitten we opgescheept met trotse idealisten.
Dat zijn de ergsten.
Een idealist heeft de nare gewoonte eerder voorrang te verlenen aan zijn ideaal dan aan de mens. Die offert hij op als het moet.
Stel dat je een nogal linkse idealist hebt die dag in dag uit tegen het kapitalisme tekeer gaat, die wil dan - uiteraard - zoveel mogelijk kapitalisme verbieden en bedrijfswinsten onder de armen - pardon: minderbedeelden - verdelen. Nobel. Maar wat is de winst als je je winsten nodig hebt om te innoveren? De nobele kapitalist die zijn winsten uitdeelt, kan misschien nog naar de bank gaan om geld te lenen, maar die lening dient te worden terugbetaald. Daarvoor moet er harder worden gewerkt, etc.etc. (Volgende week hier een groot stuk waarom ik tegen het socialisme ben, maar nu heeft u alvast een idee.)
Behalve anti-kapitalisten heb je ook andere idealisten. Religieuze fanatici bijvoorbeeld. Of milieuactivisten. Fundamentalistische Islamieten kunnen je zomaar dood schieten als je homo bent of je als je rokje te kort is of als je tegen hun religie bent. Wie Allah niet eert, is het leven niet weert. En milieuactivisten die confronteren je meteen met de dood door op de snelweg te demonstreren. Natuurlijk, die demonstranten zijn allemaal Ghandi’s, maar als je zo demonstreert, breng je niet alleen jezelf in gevaar, maar ook een automobilist die, al of niet bewust, geen boodschap aan je heeft. Je bent tegen agressie, maar je lokt agressie uit. Ik zou medelijden hebben met de bestuurder die ’s ochtends zonder criminele intentie zijn vrouw en kinderen verliet en ‘s. middags achter tralies terechtkomt. Een verlies-verlies-situatie, plus misschien wel publiciteit voor het goede doel, maar evenveel negatieve publiciteit die het oorspronkelijke doel relativeert. Activisme is op zichzelf al een ideaal van de onsympathieke mens die constant in opstand is. “Ik ben activist. Morgen bezet ik de snelweg, overmorgen zing ik dat Palestina bevrijd moet worden en dat Israel de holocaust nadoet, daarna demonstreer ik tegen de bezuinigingen in het onderwijs, en aan het einde van de week ga ik demonstreren tegen Tesla. O ja, in mijn vrije tijd schrijf ik een pamflet tegen het kapitalisme, zittend op de A2.’’
Ook ik heb gedemonstreerd en zal zeker ook demonstreren als ik het een waardige zaak vind, al besef ik dat wanneer ik meeloop in een of andere mars, het effect gering zal zijn. Als ik demonstreer is het om mijn nutteloze woede te kanaliseren. Iets egoïstisch onder het mom van het juiste morele besef. Ik moet dan altijd denken aan een gedicht van Gerard Reve:
Roeping
(voor de Zusters van Liefde, te Weert)
Zuster Immaculata die al vier en dertig jaar
verlamde oude mensen wast, in bed verschoont,
en eten voert,
zal nooit haar naam vermeld zien.
Maar elke ongewassen aap die met een bord: dat hij
voor dit, of tegen dat is, het verkeer verspert,
ziet savonds reeds zijn smoel op de tee vee.
Toch goed dat er een God is.
Maar thans schaam ik me voor mijn land dat, nu de wereld in brand staat, met een borrelglaasje water de boel wil blussen.
Zondag meer.
Mooi !
Raak! Dank